Broeders van O.-L.-V. Van Barmhartigheid

Op 25 maart 1837 bezoekt Kanunnik Scheppers de gevangenis te Vilvoorde en wordt er zeer getroffen door de verlatenheid der bewoners.

Zo begon het

Basiliek van Scherpenheuvel

Tijdens zijn jaarlijkse bedevaart op 19 juli 1837, geknield voor het beeld van O.-L.-Vrouw van Scherpenheuvel, besluit Kanunnik Scheppers een Broeder-congregatie op te richten, vooral om bijstand te verlenen aan de gevangenen.

De Heer Ernst, Minister van Justitie, daarover door Kanunnik Scheppers geraadpleegd, verklaart zich bereid de Broeders in dienst der gevangenen te aanvaarden. Hij belooft ook geldelijke steun tot onderhoud en opleiding der Broeders

Met geleend geld koopt Kanunnik Scheppers een huis naast zijn school en vormt het om tot een klooster. In maart 1938 treden de eerste twee kandidaten binnen.

De Melaan

Op 25 januari 1839 stelt Kardinaal Sterckx Kanunnik Scheppers aan als geestelijke bestuurder van de Broeders van O.-L.-Vrouw van Barmhartigheid. Hij keurt hun regels goed en zit de inkleding voor van de eerste drie Broeders.

De eerste drie: Br. Rumoldus, Br. Vincent en Br. Aloysius

Het huis in de Begijnenstraat, waar ook de school is gevestigd, doet dienst als klooster. In het begin van de jaren 1840 verhuizen de eerste volgelingen naar de nieuw aangekochte gebouwen aan de Melaan.

Die eerste broeders zijn eenvoudige ambachtslui, zelf oud-leerlingen van de zondagsschool. Zij worden al vlug ingezet om te helpen in het onderwijs.

Toch blijkt uit de correspondentie uit de stichtingsperiode en uit latere getuigenissen dat het eerste werkterrein van de jonge congregatie niet op het vlak van het onderwijs ligt.

Bron : SCHEPPERS, ONZE SCHOOL door An Hermans en gedrukt in 2002