Broeders van O.-L.-V. Van Barmhartigheid

De communiteit van Mechelen , die verbonden is met het Scheppersinstituut, telt twee broeders. Een van hen komt van een communiteit in Burundi en leert Nederlands.

Klooster

Kloostertuin en klooster in het wit gebouw

Op de plaats waar de broeders zich in 1844 vestigden, verblijft de huidige communiteit nog altijd, maar wel in andere gebouwen. De aangekochte herenhuizen waarin de broeders nu wonen, werden gedeeltelijk verbouwd, maar het interieur van 19de-eeuwse herenhuizen bleef grotendeels bewaard.

Op het kerkhof in Walem, waar ook Mgr. Scheppers begraven was voor zijn overbrenging naar de Grafkapel in het Scheppersinstituut, werden 179 broeders begraven. De eerste overleed in 1853 en de laatste in 2015. De eerste drie in het Scheppersinstituut overleden broeders werden in Mechelen begraven.

Zo begon het in 1851

In 1844 verhuisden de broeders van hun eerste klooster in de Begijnenstraat naar de gebouwen aan de Thaborstraat en de Melaan. Het werd het moederhuis van de jonge congregatie.

Op 24 juli 1844 werd de klok van de kapel gewijd en op 1 augustus 1844 waren de bouwwerken zo ver gevorderd dat de pauselijke nuntius Pecci, de latere LeoXIII, en de bisschoppen van Gent en Namen een kijkje konden komen nemen. In september namen de broeders er hun intrek.

Moederhuis

Moederhuis van de congregatie

Het klooster aan de Melaan was het kloppend hart van de congregatie. Het bestuur van de congregatie was in Mechelen gevestigd, tot het naar Kapellen werd overgebracht.

In het begin van de 20ste eeuw leefde er aan de Melaan een gemeenschap van een zestigtal broeders.

 Vorige grafkapel

Het klooster herbergde ook enkele zieke en oudere broeders, diegenen die werkzaam waren in parochiescholen in de stad, die het onderhoud en de huishoudelijke taken verzorgden en vanzelfsprekend ook die broeders die betrokken waren bij het onderwijs en de opvoeding in de kostschool.

Een aantal daarvan had een onderwijzersopleiding, wat hun ook de mogelijkheid bood om in het gemeentelijk onderwijs te fungeren. De meest opvallende lesgevers waren evenwel autodidacten, leraars die leefden voor de opvoeding van de jeugd.

Noviciaat

Het noviciaat verbleef in het Mechelse Scheppersinstituut tot zijn verhuizing in 1905 naar het Sint-Niklaasinstituut in Anderlecht. Na enkele jaren keerde het naar Mechelen terug. Vanaf 1932 volgden de broeders hun noviciaat in het generaal huis in Kapellen.

Grafkapel

In 1952 – 75 jaar na het afsterven van Victor Scheppers - werd zijn stoffelijk overschot plechtig overgebracht van Walem naar het Scheppersinstituut. Daar werd het bijgezet in een praalgraf in een grafkapel, die ondertussen verplaatst en vernieuwd werd.

Nieuwe grafkapel