Broeders van O.-L.-V. Van Barmhartigheid

De communiteit van Alsemberg, die verbonden is met het Sint-Victorinstituut, telt twee broeders.

Begin 21ste eeuw

Voorgevel voormalige kapel - nu polyvalente zaal

 

De jongste broeder is bijna tachtig en de oudste wordt 83. Iedereen is relatief gezond. Niemand van hen staat nog voor de klas of heeft een directiefunctie in de school.

Wel is één broeder lid van de Beheerraad van het sint-Victorinstituut in Alsemberg en van het Sint-Niklaasinstituut in Anderlecht. Eén broeder is ook lid van de Provinciale Raad.

Kloosterruimte

De nieuwe hoofdingang sinds 1892. Van 1985 woning van de broedercommuniteit.

De broedergemeenschap woont nu op de plaats waar in 1861 het huis stond waarin de eerste vijf broeders startten met het Sint-Victorinstituut. Dat huis werd in 1897 afgebroken en vervangen door een imposant toegangsgebouw in neo-vlaam- se renaissancestijl , met voortuintje en monumentaal toegangshek.

Tot 1985 was hier de officiële ingang van het instituut. Dat jaar lieten de broeders aanpassingswerken uitvoeren in dat gebouw om het in te richten als kloosterruimte.

Op pensioen, maar nog actief

Een broeder doet dienst in de parochiekerk bij verrijzenisvieringen en vervangt kerkwachters die belet zijn.

Twee broeders zijn actief op het internet o.a. als beheerder van de internationale Scheppersweb en van een eigen webstek met zelf ontworpen educatieve software voor de lagere school.

Kloostergemeenschap

De broedergemeenschap kort na de eeuwwisseling, met midden vooraan Br. Pascal.

Broeders zijn religieuzen die samen een kloostergemeenschap vormen. ’s Morgens, ’s middags en ’s avonds komen de broeders samen in de kapel om te bidden en te vieren. Daarop aansluitend trekken ze naar de eetkamer om samen maaltijd te houden.

Samen – maar niet verplicht – wordt er televisie gekeken op twee toestellen. Meerdere kranten en tijdschriften, plus een bibliotheek met geestelijke lectuur zijn ter beschikking in de leeskamer.

Drie jubilarissen in de Sint-Victorcommuniteit

De broeders zijn zich terdege bewust dat ze sterfelijk zijn, maar ze geloven in het eeuwig leven na de dood. Op het kerkhof in Alsemberg staan achtentwintig namen van broeders op het gemeenschappelijk grafmonument. De eerste overleed in 1912 en de laatste in 2021. 

In 2008 jubileerden drie van de zes broeders van de Sint-Victorcommuniteit. Br. Martinus Bex vierde zijn 65-jarig kloosterjubileum. Voor Br. Remi Rosiers was dat zijn 60-jarig en voor Br. Arnold Van Noten zijn 50-jarig kloosterjubileum .

Zo begon het in 1861

De volgende paragrafen - uitgezonderd de tussentitels en enkele kleine tekstaanpassingen of weglatingen - zijn ontleend aan  ALS EEN CEDER VAN DE LIBANON door Steven de Broey. 

Het gebouw met de vlaggenmasten, het Schuttershuis of Drij Coningen, was de eerste kern van het Sint-Victorinstituut.

Op 27 augustus 1861 kwamen vijf broeders van Scheppers uit Mechelen in Alsemberg aan. De mensen van deze bescheiden bedevaartplaats keken er vreemd van op.

Onder de spottende blikken van enkele nieuwsgierige toeschouwers trokken ze naar een bouwvallig huis - de gewezen uitspanning 'In de Drie Koningen' - aan de voet van het heiligdom, waar een miraculeus beeld, geschonken door de H. Elisabeth van Hongarije, vereerd wordt.

In dat huis zouden ze onderwijs verstrekken, opvoeden, proberen het onkruid te verwijderen uit de harten van de kinderen die hun toevertrouwd zouden worden. Terwijl ze moesten wachten op de verhuiswagen, die hun woongerief vervoerde, begonnen ze alvast het onkruid te wieden dat weelderig opschoot in de tuin van hun nieuwe verblijfplaats.

Toen het reeds duister werd kwam de verhuiswagen eindelijk aan. Bij het binnenrijden van het dorp kon de voerder op de sterk hellende straat niet voldoende remmen, met het gevolg dat de paarden in een bocht van de weg afweken en, met de wagen als een stuwende massa achter zich aan, in het omringende struikgewas terechtkwamen. Er waren heel wat kijklustigen, maar niemand stak een hand uit om te helpen..

Eerste mislukking

De hertogelijke O.-L.-Vrouwekerk - bedevaartoord

Br. Vincent die het groepje kwam installeren, begreep waarom ze niet welkom waren. Enkele jaren geleden, toen de eigenaar van de uitspanning 'In de Drie Koningen' het stof van zijn voeten schudde en elders zijn geluk ging beproeven, had een zekere heer Jacobs, tot dan toe onderpastoor in een Brusselse parochie, een eerste poging gewaagd om er een pensionaat op te richten. 

Een bedevaartoord in een gezonde streek, dicht bij de hoofdstad, moest toch ernstige mogelijkheden bieden, had hij gedacht. Zijn poging mislukte. Er waren te weinig kandidaten en er was nog minder tucht. De E.H. Jacobs heeft zich verplicht gezien zijn kostgangers naar huis terug te zenden en is dan zelf ook in stilte vertrokken.

Tweede mislukking

Waar vroeger bier werd getapt probeerde nu een boekhandelaar lectuur aan de man te brengen, maar ook deze onderneming was van korte duur.

Toen kwam er een tweede priester, de E.H. Van Stalle, met hetzelfde voornemen als zijn voorganger. Hij liet aan de gewezen herberg de meest dringende herstellingswerken uitvoeren en het gebouw vergroten. De moeilijkheden overtroffen echter zijn uithoudingsvermogen en ook hij moest spoedig zijn idealistische plannen laten varen.

Derde mislukking

Als derde volgde de E.H. Luytgaerens. Die zou krachtiger middelen gebruiken om zijn doel te bereiken. Hij verzamelde enkele jonge mannen om zich heen, gaf ze een habijt, noemde ze kloosterlingen en bevorderde ze tot onderwijzers, hoewel ze daartoe geen opleiding hadden ontvangen.

Helaas, die kloosterlingen gedroegen zich weinig kloosterlijk. Op bevel van Zijne Eminentie de kardinaal moest de overste zijn niet-erkende congregatie ontbinden. Onderwijzers en leerlingen keerden naar hun familie terug.

Vierde mislukking

Tenslotte zou een leek beproeven wat drie priesters niet hadden kunnen verwezenlijken. Het was een zekere heer Wuyts, gewezen directeur van een externaat te Brussel. Hij begon in 1860 met veel moed en hield het één jaar vol, met een maximum van zeventien leerlingen.

Weinig sympathie

In het dorp had men deze aaneenschakeling van mislukkingen met weinig sympathie gevolgd. En toen kwamen daar de Broeders van O.-L.- Vrouw van Barmhartigheid, van wie ze nooit iets hadden gehoord. 

Wellicht ook een soort avonturiers zoals de volgelingen van de E.H. Luytgaerens. Hun vrachtvoerder had de weg niet kunnen houden en zijzelf zouden ook wel spoedig ontsporen. In een dergelijk geval was alle hulp slecht besteed.

Zo dachten de mensen van Alsemberg en broeder Vincent had al zijn overredingskracht moeten aanwenden om een boer ertoe te bewegen zijn paard voor de geblokkeerde wagen te spannen en de meubelen ter bestemming te brengen.

Harde dobber

Voor de andere broeders was dat onvriendelijk onthaal een harde dobber. Ze hebben toen hun bezit afgeladen - het was een sjouwen geworden tot ongeveer middernacht - en dan zijn ze ergens op de vloer gaan liggen om te rusten.

Wat hebben ze de volgende dagen moeten schuren en schrobben ! Het vuil uit de kelders vulde menige emmer. Br. Vincent vuurde zijn confraters aan en begon zelf onmiddellijk met de eerste verbouwingswerken. 

Daarvoor had hij de hulp van vakmensen nodig, maar die waren moeilijk te overtuigen. Ook de leveranciers toonden zich uiterst wantrouwig. Ze hadden allemaal een slechte herinnering aan de vroegere broeders en de E.H. Luytgaerens was vergeten zijn schulden te betalen...

Opening van het Sint-Victorinstituut

Algemeen zicht op het Sint-Victorcomplex te Alsemberg anno 1970. Met vooraan links de verdwenen gebouwen van o.m. het economaat en uiterst links de afgebroken aalmoezenierswoning.

Br. Vincent was toch de sterkste gebleken. In de loop van veel discussies had hij zijn solvabiliteit kunnen bewijzen en zo kwam hij tenslotte toch aan de nodige helpers.

Al de broeders spanden zich ten volle in. Het geloof en de moed van broeder assistent werkten aanstekelijk. Het werk vorderde naar wens en op 1 oktober kon hun pensionaat - het Sint-Victorinstituut - worden geopend.

Er hadden zich vijf leerlingen aangemeld, van wie er drie reeds eerder hun goede wil hadden getoond. Nadien boden zich nog twee 'oud-leerlingen' aan. Een kern van zeven dus om te starten, met vijf bekwame leraren !

Mgr. Scheppers op bezoek

Mgr. Scheppers kwam enige dagen na de opening van de nieuwe school op bezoek. Hij had in de parochiekerk de mis van de H. Geest opgedragen en van de kansel een warme toespraak gehouden.

Die dag was er al een feestje, met zang, voordracht en spel. Er heerste een prettige familiegeest. De broeders zorgden voor tucht, zonder al te grote strengheid. Ze wekten bij de jongens een geest van studie-ijver, orde, gehoorzaamheid, eerbied voor het gezag en goede verstandhouding.

Hun eigen houding stimuleerde de leerlingen en aangezien hun doen en laten door de inwoners van het dorp en ook door de geestelijken van Alsemberg en de omliggende gemeenten met een kritisch oog gevolgd werd, verwierven ze vrij vlug een goede reputatie.

Mgr. Scheppers is gerust in de uitslag van deze onderneming. Hij is ze begonnen op uitdrukkelijk verzoek van kardinaal Sterckx en daarin ligt voor hem reeds een waarborg. Tijdens zijn Romereis is het aantal leerlingen te Alsemberg tot tweeëntwintig gestegen. Alles wijst erop dat ze een succes tegemoet gaan.