Het Sint-Victorinstituut omvat een secundaire ASO-school, een BULO-school of bijzonder lager onderwijs en drie lagere scholen met kleuterklassen.
Begin 21ste eeuw
In Alsemberg zijn er drie scholen : ASO, BULO en basisonderwijs. Ook in Beersel en Dworp is een Sint-Victor-basisschool gevestigd. De basischolen zijn in 2004 opgenomen in de scholengemeenschap ZONIËNRAND en de secundaire school maakt deel uit van de scholengemeenschap KARDINAAL CARDIJN die de regio Halle omspant. In 2018 telt het Sint-Victorinstituut 1857 leerlingen en 182 personeelsleden.
In de drie vestigingsplaatsen van Sint-Victor werd en wordt in het begin van de 21ste eeuw duchtig ge- en verbouwd. In de vijf scholen is het sanitair volledig vernieuwd. Vier kleuterklassen, een onthaalruimte, een nieuwe speelplaats, eetzalen met keuken en afwasruimte werden in 2004 in Alsemberg in gebruik genomen. Bij het begin van de lentefeesten in 2006 werd de ingebruikname van het nieuwe secretariaat met toespraken, een rondgang en een receptie gevierd.
Tal van bouwplannen wachten nog op uitvoering. Tijdens de grote vakantie van 2004 werden in Dworp en Alsemberg voorlopige klaslokalen ingericht. In 2005 werd in Dworp gestart met de eerste fase van het masterplan. En in Alsemberg werd in 2006 het sanitair voor de bovenbouw van het secundair onderwijs voltooid, evenals de vernieuwde ingang. Datzelfde jaar startte de omschakeling op gas van de centrale verwarming en de herinrichting van het auditorium.
Alle afdelingen van het Sint-Victorinstituut beschikken over computers en de meeste zelfs over een computernetwerk, dat toegang geeft tot het internet. Een ICT-coördinator zorgt ervoor dat alles optimaal blijft functioneren.
Het begon in 1861
Op 27 augustus 1861 komen vijf broeders van Scheppers uit Mechelen in Alsemberg aan. Beneden aan de kerktrappen staan ze voor hun nieuwe tehuis: een vervallen pensionaat. Gescheurde muren, vermolmde vloeren, een vervuilde koer en een tuin overwoekerd door onkruid is alles wat restte van de oude Drij Coningen.
Onder toezicht van broeder Vincent, de bouwkundige van de congregatie, en van broeder Constantinus zetten de vijf pioniers zich aan het werk en zwoegen vijf weken lang om het armzalige huis gedeeltelijk af te breken en te verbouwen. Door hun overtuigende inzet en hun gemoedelijke omgang krijgen de broeders stilaan vertrouwen en achting onder de Alsembergenaars.
Op 1 oktober 1861 kan het nieuwe schooljaar beginnen. Alles is in gereedheid gebracht. Zeven leerlingen worden ingeschreven. Mgr. Scheppers, aanvankelijk belet door het voorbereiden van een Romereis, komt pas op 10 oktober het internaat inzegenen. Het eerste schooljaar sluit af met dertig kostschooljongens.
Uitbreiding
In 1863 zijn er al 60 kostgangers, zodat verbouwing en vergroting van de gebouwen noodzakelijk zijn. Een zachte winter laat toe dat vijf maand later een gans complex hoog en stevig uitgebouwd is.
Het wisselvallig in- en uittreden van internen belet niet dat na de paasvakantie van 1865 de 150ste leerling aangenomen wordt. In afwachting van verder uitbouwen trekken de broeders zich terug op een zo klein mogelijke ruimte.
Onderwijspeil rond 1870
Het onderwijspeil wordt regelmatig getoetst door broeder Cassiaan van Herzele die in de klassen op inspectiebezoek komt en die leiding geeft volgens een congregatietraditie die teruggaat tot 1833, toen de pas gewijde Victor Scheppers school hield op het Tivoli-buitengoed.
Rond 1870 gaat de Sint-Victorkostschool over tot regelmatige klasindeling en tot het uitwerken van het leerplan van een toenmalige lagere school en dito hoofdschool, die later evolueert naar lager middelbaar onderwijs.
Verdere uitbreiding
In 1868 bouwt men voor de derde maal om dertien broeders en 110 internen te huisvesten. Het gebouw van twee verdiepingen bevat een kapel, een slaapzaal, een grote feestzaal en enkele klaslokalen.
In 1874 is er weer plaatsgebrek en wordt er opnieuw gebouwd. Enkele dagen na de opening van de vernieuwde school komt Mgr. Scheppers op bezoek. In de Onze-Lieve-Vrouwkerk gaat hij voor in de mis van de H. Geest en houdt een warme toespraak van op de kansel. Die dag is er ook een feestje met zang, voordracht en spel.
Mgr.Scheppers in Alsemberg
Als een aanslepende ziekte hem niet weerhoudt, komt Victor Scheppers jaarlijks de retraite prediken, biecht horen en de kinderen voorbereiden op de Plechtige Communie. Soms gaat hij zelf met de kinderen wandelen in het golvend landschap tussen Zenne en Zoniën.
Vaak verrast hij hen met een souvenir van een Romereis. Van hun kant gaan de leerlingen hem afhalen aan het station te Rode en huldigen hem bij zijn naamdag met versjes en liederen aan de gemeenschappelijke feestdis.
Op de prijsuitreiking van 1875 is Mgr. Scheppers de laatste maal in Alsemberg. Hij mag nog meemaken hoe 143 leerlingen voor de eerste maal tekeningen en schriften tentoonstellen. Het afsterven van Victor Scheppers op 7 maart 1877 brengt dan ook grote verslagenheid teweeg in zijn tweede pensionaat dat naar zijn voornaam is genoemd.
Sint-Victorinstituut tien jaar
In 1871 bestond het Sint-Victorinstituut tien jaar. Bij die gelegenheid kreeg Victor Scheppers een kelk van de leerlingen met op het voetstuk het opschrift :
ALUMNI TYROCIN II Sti VICTORIS
IN ALSEMBERG; B.M.V. Ja MAJI 1871
Zilveren jubileum in 1886
In 1886 bestaat Sint-Victor 25 jaar. Leerlingen en oud-leerlingen huldigen de broedergemeenschap met een plechtige dankmis. In datzelfde jaar worden de refters gebouwd, die in 2004 tot kleuterklassen zijn verbouwd.
De paasvakantie van 1895 wordt tot 24 dagen verlengd om de bestaande kapel te veranderen in slaap- en waszaal. In de tuin worden een tekenzaal, een klas- en een pianolokaal gebouwd, die alle weer worden gesloopt bij de bouw van de normaalschool.
Neo-gotische kapel en toegangsgebouw
Op vrijdag 10 mei 1897 wordt door broeder overste de eerste steen gelegd van de neo-gotische kapel, thans verbouwd tot polyvalente zaal. In datzelfde jaar wordt het oude Schuttershuis, later Drij Coningen genoemd en tot 1985 hoofdingang, afgebroken. Daar rijst het imposante toegangsgebouw in neo- vlaamse renaissancestijl op, met voortuintje en monumentaal toegangs- hek, waar nu de broedergemeenschap woont.
Gouden jubelfeesten in 1911
Ruim 250 internen, het hoogste aantal sinds 1861, vieren het vijftigjarig bestaan mee. De plechtige mis wordt opgedragen door Mgr. Sebastiano Leite de Vasconcellos, bisschop van Beja in Portugal, alhier verbannen. Bij die gelegenheid wordt op het voetbalveld van de school, toen nog in de Dreef, een bemande luchtballon opgelaten, een gevestigd gebruik in Alsemberg.
Eerste Wereldoorlog
In zeer moeizame omstandigheden wordt er verder onderwezen in het instituut tot de grote vakantie van 1916. Dan worden de internen voor onbepaalde tijd met verlof gestuurd, want de bezetter doet het internaat sluiten onder voorwendsel van kolenschaarste. Er wordt alleen les gegeven aan externen gedurende drie maanden tot ook dit verboden wordt.
Broeder Pascal, die twintig jaar zijn beste krachten heeft gewijd aan opvoeding en onderwijs, wordt zwaar ziek, en overlijdt op 12 december 1916 op 74 jarige leeftijd. Dat betekent het einde van een zestienjarige bloeiperiode van Sint-Victor dank zij een uitzonderlijk kloosterling.
In 1917 komen de juvenisten uit Anderlecht zich te Alsemberg vestigen. Even later worden 216 Franse oorlogswezen uit bezet Frankrijk, uit de streek van Saint-Quentin, in het instituut opgenomen. De broeders hebben het niet gemakkelijk om de ouders van deze kinderen van zeven tot vijftien jaar enigszins te vervangen.
Het leerplan van de lagere school wordt nagenoeg afgewerkt. Intussen bedelt broeder Chrysostoom, als bescherm- vader over de kinderen, voedsel en kleding bijeen.
Vier maanden na de Wapenstilstand geeft de Franse regering opdracht de oorlogswezen langs Zuidkote te repatriëren. Het Franse oorlogscomité betuigt de broeders de hoogste lof om het liefdadig werk.
Heropening van het instituut na de oorlog
Aan broeder Justinien Verelst wordt de zware taak opgedragen het instituut na de wapenstilstand in 1918 te heropenen. Met goed gevolg zet hij de moeilijke naoorlogse periode in, want amper één jaar later zijn reeds 180 internen ingeschreven. Meer en meer worden ook externen toegelaten. De broeders richten opnieuw een volledige lagere school en drie middelbare klassen in.
Scheppersnormaalschool
Wanneer in november 1921 de Scheppers- normaalschool vanuit Mechelen naar Alsemberg verhuist, vallen tijdelijk de twee hoogste klassen weg wegens plaatsgebrek. Broeder Theodoor De Koninck, de stichter van de normaalschool, wordt directeur van het hele instituut.
Meteen vangt een tweede zestienjarige bloeiperiode aan. In 1931 wordt de eerste steen gelegd van het normaalschool-gebouw dat in februari 1932 wordt ingehuldigd.
Van 1 september 1984 af is de Scheppersnormaalschool een afdeling van de meisjesnormaalschool Sinte-Ursula-instituut te Laken. Na enkele jaren wordt deze afdeling opgeheven, wat meteen het einde van de Scheppersnormaalschool betekent.
75-jaar en eeuwfeest
In 1936 wordt het 75-jarig bestaan van Sint-Victor gevierd. In 1937 stijgt het leerlingenaantal tot 417 in het pensionaat en tot 143 in de normaalschool. En in 1939 herdenkt men de stichting van de congregatie in 1839.
Tijdens die periode heerst er een drukke artistieke en literaire bedrijvigheid in Sint-Victor. Ze ontwikkelt zich voornamelijk onder impuls van Hendrik Diddens, Albe (Renaat Joostens), broeder Theodoos Lemmens, Willem Savenberg en nog enkele andere bezielers.
Ook de componisten broeder Juul en broeder Cassiaan Francken zijn zeer bedrijvig. Dit alles evolueert binnen de sfeer van de ietwat geëxalteerde Vlaamse romantiek rond de Rodenbach-mythe, maar er is inzet en enthousiasme.
Tweede wereldoorlog
In 1939 is er mobilisatie. Meerdere broeders worden opgeroepen. Men vervangt ze zo goed en kwaad als het kan. In september is er onzekerheid : worden de lessen hernomen ? Op dat ogenblik is de school tot militair hoofdkwartier omgevormd.
In de klaslokalen hebben twee generaals, twee kolonels en een vijftiental officieren hun bureau geïnstalleerd. De refter der kleinsten is een officiersmess, de andere wordt een slaapzaal. Als de lessen moeten herbeginnen, ontruimen ze tijdig de school.
Tijdens de oorlog heeft de school geen Duitse bezetting gekend dank zij de Alsembergse burgemeester Emiel Dielen. Wel komen Duitse soldaten, logerend in kasteel Bosquet, de badzaal gebruiken. In die oorlogsperiode is het instituut nooit gesloten geweest.
Het open houden van het internaat vergt heel wat moed en durf. Honderden hongerige magen vullen is geen gemakkelijke opdracht. Zonder de bezetter te bedriegen of controles te ontwijken gaat dat niet.
Vernederlandsing
Tijdens het schooljaar 1941-42 komt Saint-Victor op de Nederlandse taalrol. Op 19 december laat broeder directeur de voorzitter van de homologatiecommissie weten dat Sint-Victor vernederlandst is.
Nederlands wordt de eerste taal, al is het nog verplicht drie dagen in de week Frans te spreken. De Franstalige gebedenboeken worden vervangen. Broeders en leerlingen kunnen vrijuit hun moedertaal spreken. In juli 1943 worden de eerste Nederlandstalige diploma’s voor de middelbare afdeling uitgereikt.
Grote expansie
In 1953 start de directeurstermijn van broeder Cassiaan Francken, die een periode van hoogconjunctuur voor Sint-Victor inluidt. Tien slaapzalen lopen vol internen. Het leerlingenaantal stijgt van 270 in 1953 tot 522 in 1959.
De toneelopvoering met een bezetting van wel 120 acteurs, het zangkoor van broeder Martial, de K.S.A.-afdeling, de A.B.N.-namiddagen mobiliseren een groot deel van de schoolbevolking.
De sportmanifestaties groeien in veel gevallen uit tot heroïsche gebeurtenissen, zoals de verovering van de Kardinaalsbeker. Zomermatchkes groeien uit tot passionele duels. Tijdens de vakantie organiseert men vakantie- kampen en fietstochten in de Ardennen.
Het is de laatste periode waarin uitsluitend broeders het Sint-Victorleven stimuleren. Dit bruisend familiaal schoolleven in dat veilige internaatsnest wordt in tientallen foto’s vereeuwigd door broeder Petrus.
De eerste leken
In 1943 wordt de eerste lekenonderwijzer aangeworven en in september 1945 beginnen Rik Dhont en Karel Grijseels hun leraarschap in Sint-Victor. Toch blijven de meeste leraars broeders tot de zestiger jaren, want door de explosieve leerlingenaangroei stijgt dan ook het aantal leken, vaak oud-leerlingen, van jaar tot jaar.
Dank zij het gunstig onthaalklimaat hebben de broeders een equipe lekenleraars in het Sint-Victorleven opgevangen. Door participatie aan naamfeestvieringen, feesten en avondstudie raken deze leken van de eerste fase compleet geïntegreerd in het eigene van het Sint-Victormilieu.
De congregatie heeft zich in die jaren ingespannen om de apostolische samenwerking tussen lekenleraars en broeders te bevorderen. Op 24 april 1963 leidt broeder assistent Omer Claes een conferentie in het Scheppersinstituut te Mechelen voor alle leraars uit de Scheppersscholen.
Voortdurend bouwen
Op 2 september 1952 is de eerste steen gelegd voor de bouw van twee speelzalen en een sanitair blok. In maart 1956 wordt boven dat sanitair blok verder gebouwd : vier klaslokalen en kamers voor de broeders. In 1960 wordt een cultuurcentrum ingericht.
In 1959 wordt de bouw aangevat van de nieuwe lagere school in de tuinen waar voorheen kippenhokken stonden. In september 1960 herademt de lagere school in splinternieuwe klassen. Die nieuwbouw was er dringend nodig, want het leerlingenaantal groeit voortdurend.
In september 1964 zijn er 729 leerlingen, waarvan er 341 in de humaniora studeren. Er zijn te weinig klaslokalen. In 1965 wordt begonnen met de bouw van drie klassen boven op een nieuw wc-complex en een auditorium dat in september 1966 in gebruik wordt genomen.
Eeuwfeest in 1961
De viering van honderd jaar Sint-Victor wordt over vier dagen uitgesmeerd: van 11 tot 14 mei 1961. Het Eeuwfeest staat onder de hoge bescherming van koning Boudewijn, kardinaal Van Roey, Mgr. Forni, apostolisch nuntius, Mgr Daem, directeur-generaal van het katholiek onderwijs, de Brabantse provincie-gouverneur de Néef, broeder Generaal Overste Jaak De Winter en burgemeester Jean Albert.
Op de academische zitting in de gemeentelijke feestzaal is minister Van Elslande de feestredenaar. Een uurtje later onthult broeder Generaal Overste het beeld van Mgr. Scheppers op de plaats naast de lagere school. Dit beeld wordt aangeboden door leerlingen, ouders, oud-leerlingen en vrienden van Sint-Victor. Dit werk van beeldhouwer Liévin Laeremans uit Bonheiden is 2,20 hoog.
Als Sint-Victor in 1961 het 100-jarig bestaan viert, heeft het instituut een hoge vlucht genomen die meerdere onderwijstakken omvat. In de lagere school zitten 295 leerlingen die begeleid worden door elf onderwijzers. In de moderne humaniora, met een wetenschappelijke A en een economische afdeling, geven negentien leraars les aan 254 leerlingen.
In de prille Latijns-wetenschappelijke afdeling houden tien leerkrachten zich bezig met de vorming van 49 leerlingen, terwijl in de lagere normaalschool twaalf leraars 97 toekomstige onderwijzers begeleiden. Samen een schoolbevolking van 695 leerlingen, onderwezen door 52 leerkrachten.
Klasseraden en directieraad
In 1965 richt broeder directeur Amedée Drieghe voor het eerst klasseraden in waar directie, broeders en lekenleraars samen gaan werken aan de uitbouw van de pedagogische en psychologische aanpak per leerlingengroep die steeds meer evolueert van een uitgesproken internaat naar een bijna exclusief externaat.
In 1968 wordt een directieraad opgericht voor het scholengeheel van Sint-Victor. Daarin zetelen naast broeder directeur Amedée Drieghe als voorzitter, broeder directeur Mattheus van de normaalschool, broeder Martinus Bex van de lagere school, twee vertegenwoordigers van het oudercomité en telkens twee leerkrachten voor elke afdeling van de school. Van de humaniora en de normaalschool worden telkens twee laatstejaarsleerlingen opgenomen. In de loop der jaren heeft dit comité de contacten en de verstandhouding in de hele schoolgemeenschap bevorderd.
B.L.O.-afdeling en einde internaat
In 1969 wordt gestart met de B.L.O.-afdeling. In de beginjaren is de directeur van de lagere school ook die van het bijzonder onderwijs of B.L.O. Als die afdeling later autonoom wordt, breken voor de lagere school magere jaren aan.
De leerlingen van het B.L.O. tellen niet langer mee voor de basisschool en bovendien vermindert het aantal internen van jaar tot jaar. Waar er in 1965 nog 100 waren voor de basisschool zakt dat aantal tot 21. Dit betekent het einde van het lagere-school-internaat op 30 juni 1978. Dat van de humaniora was in 1976 reeds gestopt.
Vrouwelijke leerkrachten en gemengd onderwijs
In september 1973 doet de eerste vrouwelijke leerkracht haar intrede in de middelbare afdeling. Zij is de voorbode van een trend die in de tachtiger jaren een enorme stroomversnelling kent. In de lagere school waren er in 1960 al twee onderwijzeressen.
En de eerste meisjes deden er hun intrede in 1974. De normaalschool mag van 1 september 1977 gemengd onderwijs inrichten. In september 1981 wordt ook de humaniora gemengd. In het eerste jaar starten 17 meisjesleerlingen.
Drie basisscholen in 1976
In het vooruitzicht van de nakende fusie van gemeenten dringt de diocesane inspectie erop aan om de vrije scholen in de toekomstige gemeente Groot-Beersel onder één Inrichtende Macht te brengen.
Er wordt een akkoord bereikt met de Zusters van Vorselaar voor de school aan de Alsembergsesteenweg in Dworp en met de Zusters van Zeven Weeën te Sint-Genesius-Rode voor de meisjesschool aan de Hoogstraat in Beersel. In augustus 1976 wordt de fusie van de basisscholen te Beersel en te Dworp met het Alsembergse geheel doorgevoerd.
In september 1984 start de lagere school in Alsemberg met een kleuterklas met 24 kleuters. Op 4 maart 1985 wordt een tweede klas geopend. In Beersel en Dworp was er al een kleuterschool verbonden aan de lagere school.
125-jarig bestaan in 1986
De viering van het 125-jarig bestaan wordt met zorg voorbereid. Voorzitter van het Gelegenheidscomité, Tavi Theys, is ruim twee jaar vooraf bijna dagelijks in de weer. De eigenlijke viering in 1986 neemt zeven dagen in beslag. Het jubileumfeest wordt geopend op zaterdag 24 mei met een schoolfeest om 20 uur.
De dag nadien wordt een goedgevulde feesthappening. Om 10 uur heeft een bloemenhulde plaats aan het beeld van Mgr Scheppers, gevolgd door een academische zitting in de gemeentelijke zaal De Meent, gevolgd door een receptie om 13 uur, met nadien banket. Deze onvergetelijke huldedag wordt afgesloten met een avondfeest om 20 uur.
Naar aanleiding van het 125-jarig bestaan van Sint-Victor verschijnt in 1985 GESCHIEDENIS VAN HET SINT-VICTORINSTITUUT EN DE SCHEPPERS-NORMAALSCHOOL TE ALSEMBERG door Marcel Debremaeker, leraar in het instituut. Het is uit deze bron dat het meeste van het voorgaande werd overgenomen.
150 jaar Sint-Victorinstituut in 2011
Op 25 september 2011 werd het 150-jarig bestaan van het Sint-Victorinstituut plechtig geopend met een eucharistieviering in de hertogelijke Onze-Lieve-Vrouwkerk in Alsemberg.
Daarna volgde de academische zitting met vijf sprekers en muzikale intermezzo's door het Sint-Victorkoor en de muzikanten Dirk Van Leuven en Peter Savenberg.
Voor de ongeveer 1800 leerlingen en personeelsleden was er op 13 september een feestelijk gezond ontbijt op school als start van het feestjaar 150 jaar Sint-Victor.
Verbouwingen in de jaren 2020
Het gebouw dat zich links van de trap bevond, werd bijna volledig afgebroken omdat er stabiliteitsproblemen optraden omwille van de drassige ondergrond. Om die reden werd reeds vroeger de verdieping gesloopt. Het huidige gebouw op die plaats is dus eigenlijk nieuwbouw. Het gebouw rechts daarentegen is vernieuwbouw.
Onderaan bevinden zich respectievelijk de Schepperszaal en de leraarskamer. Op de verdiepingen bevinden zich klaslokalen.