Broeders van O.-L.-V. Van Barmhartigheid

In het Scheppersinstituut of het voormalige Sinte-Barbara woont geen broeder meer.

Begin 21ste eeuw

In 1999 overleed broeder Louis De Wijngaert, ook gekend als broeder Sebastiaan, in Wetteren. Hij vervulde diverse functies in de school en in de communiteit. Hij was vooral gekend als koorleider van zowel school- als parochiekoren. Hij was de voorlaatste broeder in de communiteit. 

In de communiteit verbonden aan het Scheppersinstituut in Wetteren verblijft thans nog één broeder. Hij is de pensioengerechtigde leeftijd al voorbij en maakt zich o.m. verdienstelijk als conciërge.

De eerste drie broeders voor het weeshuis

De eerste gebouwen van het wezengesticht: links de kapel en rechts het klooster

Op 20 maart 1879 kwamen de eerste drie broeders naar de wijk Beirstoppel, gelegen op de linkeroever van de Schelde te Wetteren. Het zijn broeder Emmanuel De Cort (de eerste directeur) , broeder Alfons Platner en broeder Frederik Goethals, die tot zijn overlijden in 1902 voor de keuken zou instaan. De kapel en de aalmoezenierswoning waren voltooid; maar de gebouwen waarin de klaslokalen ondergebracht moeten worden waren echter nog niet volledig afgewerkt.

De buskruitfabriek stond dadelijk de oude kantoren af in bruikleen. Het gelijkvloers werd gebruikt als klaslokalen en de eerste verdieping als klooster Er werd gestart met drie klassen van elk twee studiejaren.

Op 2 juli 1879 werd de kapel plechtig ingewijd door de deken van Wetteren, Eerwaarde Heer De Beuckel. Korte tijd later werd Eerwaarde Heer Walrave aangesteld als eerste aalmoezenier. Hij woonde aanvankelijk bij zijn ouders te Laarne en kwam dagelijks de H. Mis lezen.

Eerste directeur en afwerking kapel

Het grote glasraam boven het altaar in de kapel voorstellend de litanie van O.-L.-Vrouw

Alfons Hooghewijs, de gekende broeder Prosper, was het eerste weeskind dat werd ingeschreven in het "Gesticht", en dit op 8 juli 1879. De eerste directeur werd broeder Simon De Roy, onderwijzer en bekwaam hovenier, zoon van een gekende tuiniersfamilie uit St. -Katelijne -Waver. Een bronzen afbeelding van broeder Simon prijkt nog steeds tegen de voorgevel naast de ingang van de kapel aan de Cooppallaan.

Op 24 mei 1887 werd het grote glasraam boven het koor in de kapel aangebracht, voorstellend de litanie van O.-L.-Vrouw. Diezelfde dag kwamen broeder Florent Labarre en broeder Gregoor Vinck naar Wetteren: deze laatste vervangt broeder Emmanuel als directeur van het Instituut. Enkele maanden nadien werd ook het hoogzaal van de kapel in gebruik genomen.

In 1904, bij het 25-jarig bestaan van de school, schonk de firma Cooppal vier nieuwe glasramen aan de kapel. Het jaar nadien zou broeder Simon, op kosten van de Congregatie, er nog eens twee glasramen bijplaatsen.

De torenloze kapel

In januari 1986 rukte een forse windstoot het torentje van de kapel in het Scheppersinstituut. De toren boorde zich in de grond ter hoogte van de huidige verkeerslichten aan de poort van de basisschool. Het was avond en er waren gelukkig geen binnenkomende internen of toevallige voorbijgangers in de buurt.

De toren in zijn oorspronkelijke staat heropbouwen zou op 10 miljoen oude Belgische frank komen. Daarom werd geopteerd voor een minitorentje. Een werkgroep ijvert voor de klassering van de kapel en hoopt ze ooit te restaureren.

Twee communiteiten in Wetteren

Door het gestadig aangroeien van het aantal weeskinderen in de instelling en van de leerlingen van de lagere school, de tuinbouwschool en de beroepsschool kwamen steeds meer broeders naar Wetteren om de zorgen en de opvoeding van de jeugd op zich te nemen.

Naamplaatje tweede broederschool in Wetteren

Bij het begin van het schooljaar 1902-1903 werd broeder Simon, naast directeur van de Tuinbouwschool, ook algemeen directeur. Broeder Rombaut verliet St.-Barbara, om samen met de broeders Valentijn, Benedictus, Ladislaus en Elzear een afzonderlijke communiteit op te richten  bij de Middelbare School St.-Pieter in het centrum van Wetteren.

Scholasticaat

In de communiteit van Wetteren was van 1951 tot 1963 het Scholasticaat van de Broeders van Scheppers gevestigd. Een twintigtal tijdelijke geprofesten ontvingen hier een beroepsopleiding naast het uitdiepen van hun noviciaatvorming.

Ook enkele Burundezen verbleven in het scholasticaat in Wetteren. In 1973 was hun vaderland het tafereel van de wildste moordpartijen tijdens de stammentwisten. Samen met tientallen van hun leerlingen en oud-leerlingen werden de oud-scholastieken broeder Jozef en broeder Bernard Ngendabanyikwa vermoord.

Veroordeeld als spionnen

In oktober 1915 beleefden de broeders de zwartste en droevigste dagen van de oorlog. Door een onverantwoorde onvoorzichtigheid van een hoeveknecht, die drie postduiven op een zolder had verstopt, werden broeder directeur Simon De Roy en broeder Rodolf Embrechts (opzichter op de hoeve) door een Duits krijgsgerecht als spionnen veroordeeld en naar een strafkamp in Düsseldorf weggevoerd.

Het verdikt luidde: broeder Simon 2 jaar en 4 maanden, broeder Rodolf 2 jaar en 6 maanden, de hoeveknecht 2 jaar en de gemeente Wetteren 2000 Mark boete. Broeder Claudius Bosschaert werd dienstdoend directeur van St.-Barbara. Nadien werd broeder René Michielsen benoemd tot directeur.

Broeder Rodolf, jong en sterk, overleefde zijn gevangenschap. Van broeder Simon kwam in 1917 de laatste brief waarin de zieke directeur, uitgeput door ondervoeding en de harde werkvoorwaarden, aan zijn medebroeders in Wetteren schreef:  Ik moet nu niet meer werken: eerstdaags mag ik voorgoed op volkomen rust gaan.  De censuur had het niet begrepen, zijn vrienden wel: broeder Simon was zijn stervensuur nabij. Hij werd overgebracht naar een lazaret in Lüttringshausen, waar hij op 5 juli 1917 overleed.

Gedenkteken voor en overbrenging van Broeder Simon De roy

Gedenksteen van Broeder Simon naast de ingang van het klooster in Wetteren

Op zondag 6 augustus 1922 werd aan de voorgevel van het instituut, naast de kapel, een gedenkteken ter nagedachtenis van br. Simon De Roy onthuld. In tegenwoordigheid van vele geestelijke en wereldlijke overheden, o.a. aalmoezenier Vandenherreweghen, oud-aalmoezenier Walrave, de deken van Wetteren, kanunnik Noterman, de families Libbrecht en De Roy, de meeste broeders en veel oud-leerlingen, werd het monument plechtig ingezegend.

De gedenkplaat werd vervaardigd door Jan de Bo, uit Gent naar een ontwerp van Michel Van Huffel, een oud-leerling. De tekst en de muziek van de gelegenheidscantate  Beati Misericordes  waren het werk van de gebroeders Octaaf en Georges Mortier, twee wezen-oudIeerlingen.

Uit het geïllustreerd herinneringsalbum lichten we de volgende passus:  Broeder Simon, de tijd zal eens uw naam, in deze steen gebeiteld, uitwissen. Het beeld van uw vaderlijke wezenstrekken is onuitwisbaar in ons. Waak over uw en ons dierbaar St.-Barbara-Instituut.

Op 16 januari 1927 werd het stoffelijk overschot van broeder Simon De Roy naar Wetteren overgebracht. Tot dan was hij begraven geweest op het kerkhof van Lennep in Duitsland onder het grafnummer Z.D. 320. Met veel luister en eerbetoon werd broeder Simon bijgezet op het kerkhof van Wetteren. 

In Wetteren begraven Broeders

Grafkelder van de Broeders van O.-L.-Vrouw van Barmhartigheid in Wetteren in november 1951, na de overbrenging van het oude kerkhof aan de Molenstraat naar de Achttien-Augustuslaan

In Wetteren zijn  22 broeders begraven: de eerste in 1897 en de laatste in 1999. Tijdens de eerste wereldoorlog werd de brug over de Schelde vernietigd. Dit feit was er de oorzaak van dat broeder Jaak Massart, gevlucht uit Scheppers-Mechelen en in St.-Barbara overleden op 28 november 1914, begraven werd op het kerkhof van Wetteren-ten-Ede.

In 1986 overleed broeder Amedée Drieghe in zijn geboortedorp Wetteren tijdens zijn vakantie. Hij is een oud-leerling van het Scheppersinstituut en was Generaal Overste van de Congregatie.

Overlijden van enkele pioniers

Op 26 september 1950 overleed te Mechelen op 81-jarige leeftijd broeder Rombaut Obbens, die zijn jeugdige krachten aan de tuinbouwschool van Wetteren had gewijd, nadien het St.-Pieterscollege had helpen oprichten en vervolgens een tuinbouwschool in Huberdeau (Canada) had gesticht. Eén der grote figuren uit de rangen der broeders was heengegaan.

Met broeder Hilaire verdween één der grootste figuren die St.-Barbara heeft gekend. Sinds 1913 als tuinbouwleraar aangesteld, nam hij in 1915 het roer over van broeder Simon De Roy (na diens deportatie) Gedurende 40 jaar van intense arbeid (en wellicht langer, had Minister Collard het hem niet belet) was hij directeur van de tuinbouwschool.

Bovendien was hij achtereenvolgens of gelijktijdig lid, bestuurslid, ondervoorzitter of voorzitter van studiecommissies. en tuinbouwcongressen, van de Provinciale Landbouwkamer van Oost-Vlaanderen, van de Provinciale Pomologische Vereniging, van het Gewestelijk Veekweeksyndicaat, van het Provinciaal Verbond der Veebonden van Oost-Vlaanderen, van de Algemene Vlaamse Pluimveevereniging, van de Wetterse Bloem- en Boomteeltkring van het Landbouwcomité van Wetteren.

Laten we broeder Hilaire typeren met de eenvoudige woorden van de betrokkene zelf:  Hulde en dank aan alle geestelijken en wereldlijken, die mij zo ijverig bijstonden om dit alles te verwezenlijken. 

Bronnen : SCHEPPERS - WETTEREN -- 1879 - 1979  en  125 JAAR SCHEPPERS